Door Maurits ‘handieMan’ de Weert
Voorwoord uit de autobiografie van m’n moeder:
In de box maakte hij me al duidelijk dat de radio aan moest, door zijn vingertje op te steken en geluidjes te maken. Bij het horen van de eerste klanken kwam het plezier. Hij moest zich vasthouden aan de spijlen met zijn handjes, de voetjes bleven voor de stevigheid op de grond, maar wat daartussen zat, kronkelde en swingde terwijl zijn kopje heftig bangde. Dit had ik nog nooit meegemaakt? Met 10 jaar had hij een gitaar en maakte zichzelf daarop wegwijs, speelde samen met vriendjes en zo ontstond het eerste bandje. Van het begin af aan was zijn aanpak serieus en hij eiste dat ook van de andere deelnemers. Ik vond die zelfwerkzaamheid wel leuk, maar dacht dat er toch beter professionals aan te pas konden komen, dus haalde ik een leraar in huis. Fout gedacht. Hij zal er wel iets van opgestoken hebben, maar dit was niet de weg die hij wilde gaan. Er werd druk op hem gelegd, hij moest noten leren lezen, wilde hij ooit in aanmerking komen voor het conservatorium, wat ik zo graag wilde. Hij wilde dat helemaal niet, dus bleef ook het notenschrift ongekend.Toen hij eenmaal van school was en met mijn Dafje door de buurt scheurde op zoek naar een baan, kwam hij op een drukkerij terecht. De baas vond hem aardig, accuraat en ijverig. Hij wilde hem opleiden om later de zaak te kunnen overnemen. Maurits voelde weer overdruk en was daarvoor niet te porren. De muziek ging steeds harder trekken, de bands die hij formeerde werden professioneler .. (niet zozeer in de zin van geld verdienen). Muziek beheerste zijn leven. Zijn stijl bleef hij trouw, door de jaren heen bleef het Funk.
Chuck Berry en Chubby Checker
Wat ik me ervan herinner waren het vooral de klanken van Chuck Berry [Johnny B Goode, Little Queeny] en Chubby Checker [Lovely Lovely en Let’s Twist Again] die mij het meest aanspraken vanwege de soul, groove en swing in rock’n’roll. De ‘black guys’ sprankelden gewoon in avontuur. Later heb ik vanwege m’n zoektocht naar een identiteit als blank jochie en jong gitaristje ook genoten van Beatmuziek en me ingelaten met hippy-achtige bands zoals die in de beroemde film Woodstock te zien en te horen waren. Maar ook toen werd ik het meest gegrepen door Jimi Hendrix (Voodoo Child) en Richie Heavens (Freedom). Niet alleen vanwege hun onwaarschijnlijk avontuurlijke grooves maar ook door hun doortastendheid in het vrijmaken van de discriminatie voor de ‘zwarte’ mens. Er viel eind zestiger jaren al veel te merken van de kracht die van dit fenomeen uitging door de politieke bewegingen zoals ‘Black Power’. Een benadrukking van een uiting van een nieuw raciaal bewustzijn onder de zwarten in de USA. In die jaren werd mijn aandacht pas echt naar de radio getrokken als James Brown werd gedraaid met nummers als ‘Say it Loud, I’m Black and Proud’ en ‘Cold Sweat’.
Sex Machine
Toen ik in 1972 voor het eerst mijn schreden zette in een plaatselijke disco en de dj ‘Sex Machine’ opzette, was ik voorgoed verkocht aan FUNK. My God .. wat een ruige groove. Wat ‘Sex Machine’ natuurlijk ook onweerstaanbaar maakte was dat als die track op de draaitafel werd gelegd, werkelijk alle meisjes unaniem als een speer de dansvloer opvlogen. Een duidelijk signaal voor een jonge puber bij wie de hormonen keihard door het lijf gierden.
Burning
De bandjes waarin ik speelde hadden geen van allen Funk in hun repertoire. We speelden vooral hardrock of de geijkte top 40 covers, terwijl ik thuis urenlang van die funky gitaarslagjes aan het spelen was. Er waren in mijn omgeving geen gasten te vinden die zich hier ook mee wilde identificeren. Pas eind 70’er jaren vond ik ‘my bro in funk’ Fred Buné, die precies als ik Funk adoreerde. Wat een verademing dat ik eindelijk een muzikant had gevonden die net als ik helemaal lyrisch was van bijv. Ohio Players, Sly, Isley Brothers, Kool & the Gang, Isaac Hayes, War, Graham Central Station en vele anderen. We begonnen onze band BURNING. Samen hebben we onze eigen ‘School of Funk’ doorlopen door o.a. onze zgn. Rock-Ego’s opzij te zetten en vooral in dienst te komen van onze Funk. We hebben een strijd gestreden om onze medemuzikanten de werkelijke essentie van Funk en Groove bij te brengen .. en geloof me, dat lukte over het algemeen maar mondjesmaat. Wel een beetje funky .. maar dat monde al snel uit in jazzrock of fusion, en dat was nou net niet onze bedoeling. We hebben dan ook zeker 7 drummers versleten en hebben uiteindelijk als 3 mans formatie de Funk te pakken gekregen. We klonken zoals de Red Hot Chili Peppers een aantal jaar later naar buiten kwamen met hun door George Clinton geproduceerde album ‘Freaky Styley’.
Hallelujah
In 1985 stopte we met onze band vanwege uitblijvend succes, wat uiteindelijk uitmondde in overmatig drugsgebruik. Een paar jaar later vond ik om de hoek 4 jonge muzikanten die allen even bezeten waren van Funk als ik. Een van de bandleden had een groot arsenaal aan LP’s en toen ontdekte ik eigenlijk wie er allemaal ten grondslag hadden gelegen aan juist DIE funk waar mijn hart het meeste naar uitging, en daar kwam de naam van Bootsy Collins veelvuldig in naar voren. HALLELUJAH .. Bootsy was dus altijd de Funkateer geweest die in mijn drift naar avontuurlijke en vooral positieve grooves de boventoon had gespeeld. Na enkele jaren heb ik dan ook mijn gitaar omgeruild voor een bass.
512K
Begin jaren negentig werd ik gepakt door de computer en was al snel in staat om hier primitieve muziek programma’s en een 8 bit geluidskaartje op te installeren. Met een geheugen van 512K downsize-de ik al m’n samples en loops zodat ik er toffe hiphop achtige en rare-grooves mee kon produceren. Al snel ruilde ik het pc-tje in voor een iets snellere met meer geheugen. Toen was het hek van de dam. M’n producties kregen meer gelaagdheid en kon ik betere definitie aanbrengen in groove en sound.
Bootsy Collins in Nighttown
Toen Bootsy in februari 1995 naar Nederland kwam, stond ik te popelen om zijn concert in het Rotterdamse Nighttown te gaan bezoeken. We reden met een paar vrienden naar rotjeknor en kwamen nog al vroeg aan. Eenmaal binnen bleek de hele zaal nog leeg te zijn en werd ik verrast door 2 grote bass-boxen met ster die midden vóór het podium op de grond stonden. Ik nam plaats tussen de beide boxen en keek recht op de microfoonstandaard waarvan ik zeker was dat deze voor Bootsy bestemd was. Ik heb die plek natuurlijk niet meer verlaten, in de zekere veronderstelling dat die door iemand anders ingepikt zou worden. En YES .. de band begon te spelen en na het intro diende de grootmeester zich aan, recht voor m’n neus. Normaal gesproken sta ik sowieso niet met m’n neus vooraan en ben al helemaal niet van het publiekelijke ‘meedoen’ met nummers meezingen of meedansen. Maar daar vooraan, tussen die boxen waar Bootsy’s bass snoeihard om m’n oren vloog, kon ik niet anders dan me volledig laten gaan. Af en toe sprongen zelfs de tranen in m’n ogen vanwege de ultieme Funk beleving. Zo had ik het nog nooit gevoeld. Ook liepen er camera mensen over het podium van Lolapaloeza van de VPRO, een programma dat wekelijks op zondagavond concertregistraties uitzond.
Zoals we inmiddels weten heeft Bootsy in zijn shows altijd het moment dat hij z’n ‘Sheets’ uittrekt en het podium afstapt om zich in zijn publiek te begeven ‘Touch everbody. I’m going down with my people’. Omdat ik daar op die fijne centrale plek stond reikte hij mij de hand zodat ik hem kon ondersteunen om veilig van het podium de zaal in te dalen. Tsja, wat kan ik zeggen. Ik vond het gewoon geweldig! Na 10 minuten kwam Bootsy weer terug op precies dezelfde plek als waar hij zijn hug-tour was begonnen. Terwijl de security rustig stond te wachten op het teken van Bootsy om hem weer het podium op te hijsen, bleef hij bij mij ff uitpuffen en pakte mijn handen en hield die zeker een klein half minuutje vast. Hij bedankte me oprecht voor de kracht en rust die hij hierin ondervond, en gaf de mannen een teken dat hij weer het podium op kon. Het mooie ervan was dat niemand ons stoorde, of Bootsy’s aandacht vroeg. Iedereen liet ons in dat moment echt even in rust. Het warme gevoel wat daarna door m’n lichaam raasde voel ik tot op de dag van vandaag nog steeds.
De Funk-blessing
Het concert denderde door met de ene na de andere Funk-kraker. Aan het eind van het concert gaf Patty (Bootsy’s vrouw) hem een grote bos rozen die hij vervolgens aan alle leuke vrouwen die hij voor het podium zag staan uitdeelde. Met de allerlaatste roos in z’n hand liep hij in mijn richting en reikte voorover om aan mij te overhandigen. Ik nam de roos blij in ontvangst en hij bedankte me nogmaals en stak zijn duim naar me op, wat voor mij voelde als een ‘Funk-Blessing’ van DE Funk-God. Damn .. Being with the Family of Funk .. and I liked it!!!
Bootzilla Fanclub
In de hal van Nighttown zag ik een standje met merchandise van Bootsy met leuke funky mensen erachter. Ik kreeg een kaartje mee van de Bootzilla Fanclub. Later die week werd de registratie uitgezonden door de VPRO. Leuk om te zien dat ik een aantal keer in beeld was te zien in front of Bootsy.
De televisieregistratie werd afgewisseld door een interview met Bootsy. Weer werd ik tot tranen toe geroerd omdat zijn woorden precies dát vertolkte wat voor mij Funk betekende. Zijn muziek is als zijn woorden, en zijn woorden zijn muziek. Het familie gevoel (There are no books on responsabilities). Ik heb de uitzending op video vastgelegd en daarna de audio in 250 fragmenten gesampled. Vervolgens ben ik 3 maanden non-stop bezig geweest om uit die loops van het concert en zijn interview een 6 tal remixen te maken. Een heidens- maar heerlijk werk. Ik moest het gewoon doen! Zo fijn om met zulk materaal te werken. Toen ik er eenmaal mee klaar was leek het me leuk om dit als eerbetoon naar Bootsy te sturen. Ik stuurde een brief naar Seven Eleven bassist Bart Verhoeven, de president van de Bootzilla Fanclub, die persoonlijk contact had met de Bootsy familie, en om het adres gevraagd waar ik de cassette naartoe zou kunnen sturen. Bart adviseerde mij om het pakketje eerst naar hem te sturen zodat hij het vervolgens kon doorsturen naar Bootsy zodat het zeker zou aankomen. Ik heb de cassette in een mooi doosje verpakt en met een persoonlijke brief erbij en naar de Bootzilla Fanclub gestuurd.
“We love what you’re doing”
Niet veel later ontving ik een brief van Bart waarin hij zijn complimenten uitsprak over mijn remix werk (“Funktastisch. I’m Impressed!”). Hij schreef ook dat Bootsy alles beluistert, dus dat zat wel goed. Vanuit Cincinnati kwam een brief van Patty Sweetlips dat de tape was ontvangen. ” Maurice, we got your beautiful package! We love what you’re doing! Keep up the good work. Have a groovy 1”.
Bart stelde voor het bandje ook naar Sjeng Stokkink te sturen vanwege zijn affiniteit met Funk als verzamelaar en journalist. Sjeng was eveneens zeer enthousiast en stelde voor om deze remixen te verspreiden onder Funkateers. Ik voelde daar wel voor maar vond het belangrijk hier eerst toestemming voor te vragen aan Bootsy. Bart heeft het voorgelegd aan de Collins-family en kreeg via zijn antwoordapparaat de toestemming: “Yes, Maurice can use the recordings”. Via de Bootzilla fanclub heb ik zo’n 300 tapes, en later cd’s, wereldwijd verspreid naar onze Friends in Funk. Ik heb er veel mooie en hartverwarmende reacties op gekregen en nog belangrijker, veel vrienden aan over gehouden. Hier is een link naar de remixtape: https://soundcloud.com/bootsyman/sets/bootsy-live-rotterdam-1995
Seven Eleven
Marcel Kaatee, gitarist en manager van de Funkband Seven Eleven, waarin ook Bart speelt, was zo gecharmeerd van mijn approach dat hij mij vroeg en paar remixen te maken van hun muziek, wat ik graag deed. Voor Seven Eleven heb ik 2 remixen gemaakt van ‘Unfunky Bitch’: https://soundcloud.com/handieman/unfunky-b-i-t-c-h-seven-eleven
Ook heb ik van de track ‘Mellow’ een remix gemaakt die toen werd omgedoopt tot ‘Say P-funk’, met een vocale bijdrage van niemand minder dan de vocalist van Bootsy’s band: Gary ‘Mudbone’ Cooper. Met Bart (artiestennaam Dodge) heb ik zijn eerste solo-album ‘Mutronic Injection’ geschreven en geproduceerd, en tevens mijn medewerking verleend aan zijn 2de solo-album ‘Starbass Invasion’. Voor Seven Eleven heb ik de productie mogen doen van het remix-live-album ‘Get ‘m Down’ (© 2000) en ‘Hot ‘n’ funky’ (© 2003).
All thanks to Bootsy .. Being in the family of Funk .. and I like it!!!!
Zowel in 2008 als in 2012 kreeg ik bij het North Sea Jazz Festival, waar Bootsy toen optrad, de mogelijkheid backstage te komen en zocht ik Bootsy op voor zijn kleedkamer. Het duurde even, maar toen ik zijn security te kennen gaf dat handieMan hem opwachtte, verscheen hij. Het was tweemaal een warm weerzien.
Mooi Maurits! Ben blij dat ik een groot gedeelte van je verhaal heb mee mogen maken!